Achtbaan
En dan ineens
is je leven een achtbaan.
En niet een gewone achtbaan.
Nee. Een achtbaan in het donker.
Je bent in een karretje gestapt.
Nee, niet gestapt.
Geduwd.
Geduwd in het verrekte donker.
In de Vogelrock
van de Efteling.
Je ziet niet
welke bocht de achtbaan in gaat.
Je voelt dat je over de kop gaat.
Je voelt hoogtepunten.
En je voelt
de duik in het diepe.
En net als het gewone leven
rijdt het karretje in mijn achtbaan
gewoon door.
Voordat ik heb kunnen herstellen
van de ene loupe.
Duik ik de volgende weer in.
En net als een gewone achtbaan
krijg ik geen tijd om stil te staan.
Om te genieten van het uitzicht
daar bovenaan.
Mijn karretje dendert gewoon door.
Op mijn karretje zit geen rem.
Gelukkig helpen de hoogtepunten
mij door de dieptepunten heen.
Gelukkig weet ik
dat net als bij een echte achtbaan
aan deze rit ook een einde komt.
Maar verdomme
waarom ben ik nou net
in de langste achtbaan
van de wereld geduwd?
.