Startpagina > Poezie > LIEFDE > Lovestory
Lovestory
De trein rolt Den Haag Holland Spoor binnen.
Een opwinding maakt zich van haar meester.
Ook al is het net 3 weken geleden dat ze hem gezien heeft,
Een opwinding maakt zich van haar meester.
Ook al is het net 3 weken geleden dat ze hem gezien heeft,
ze heeft hem erg gemist.
Ze kan niet eens duidelijk zeggen waarom.
Ze zorgt dat ze vooraan bij de uitgang staat en stapt als eerste uit.
Snel loopt ze naar de roltrap op weg naar de stationshal.
In de hal ziet ze hem staan.
Ze kan niet eens duidelijk zeggen waarom.
Ze zorgt dat ze vooraan bij de uitgang staat en stapt als eerste uit.
Snel loopt ze naar de roltrap op weg naar de stationshal.
In de hal ziet ze hem staan.
Hij ziet haar nog niet.
Ze wacht even met op hem af te lopen,
gewoon even genieten van haar uitzicht op hem.
Dan spotten zijn ogen haar en een stralende lach van oor tot oor verschijnt op zijn gezicht.
Dat raakt haar zo, iemand die zo blij is als hij haar ziet.
Vlinders vechten om een plek in haar buik als ze op hem af rent.
Dan voelt ze zijn armen om haar heen.
Een verdwaalde kus op haar voorhoofd.
Een warme kus op haar mond.
Ze begraaft haar gezicht in zijn behaarde hals.
Vlinders vechten om een plek in haar buik als ze op hem af rent.
Dan voelt ze zijn armen om haar heen.
Een verdwaalde kus op haar voorhoofd.
Een warme kus op haar mond.
Ze begraaft haar gezicht in zijn behaarde hals.
Ineens beseft ze het. Ze is eindelijk weer thuis.
Een traan van geluk rolt over haar wang en ze weet,
dit is hoe god liefde bedoeld heeft.
Terwijl de routeplanner wegaanwijzingen door zijn auto brult,
voelt hij de vlinders in zijn buik toenemen.
Vlak bij station Den Haag Holland Spoor vindt hij een plekje voor zijn geliefde rode Citroên.
Vlak bij station Den Haag Holland Spoor vindt hij een plekje voor zijn geliefde rode Citroên.
Hij loopt het laatste stukje naar het station snel door.
Hij wil niet dat zij op hem moet wachten.
Als hij op het station aankomt rolt net de trein uit Leiden het station binnen.
Als hij op het station aankomt rolt net de trein uit Leiden het station binnen.
Hij zoekt een plekje waar hij de hele stationshal kan overzien.
Dan ziet hij haar staan.
Dan ziet hij haar staan.
Haar gezicht straalt zoveel liefde uit, zoals ze naar hem kijkt.
Wanneer hun ogen elkaar kruizen gaat zijn hart nog erger tekeer dan het eigenlijk al deed.
Wanneer ze op hem afrent spreidt hij zijn armen uit om haar op te vangen.
Eindelijk kan hij haar in zijn armen sluiten.
Wanneer hun ogen elkaar kruizen gaat zijn hart nog erger tekeer dan het eigenlijk al deed.
Wanneer ze op hem afrent spreidt hij zijn armen uit om haar op te vangen.
Eindelijk kan hij haar in zijn armen sluiten.
Zijn kus verdwaald op haar voorhoofd.
De tweede kus is warm en intens.
Hij voelt hoe zij haar hoofd begraaft in zijn behaarde hals.
Ineens beseft hij het. Dit is als thuis voelen.
Een traan van geluk rolt over zijn wang en hij weet,
Hij voelt hoe zij haar hoofd begraaft in zijn behaarde hals.
Ineens beseft hij het. Dit is als thuis voelen.
Een traan van geluk rolt over zijn wang en hij weet,
dit is hoe god liefde bedoeld heeft.
Hun handen vinden elkaar telkens als ze door Den Haag wandelen.
Op elke straathoek worden kusjes uitgewisseld.
In heel Den Haag loopt er geen verliefder koppel rond dan zij.
Als ze koffie drinken zijn hun handen verstrengeld.
In heel Den Haag loopt er geen verliefder koppel rond dan zij.
Als ze koffie drinken zijn hun handen verstrengeld.
Lieve woordjes worden uitgewisseld.
Lichaamstaal zegt alles.
Zij houdt van hem.
Hij houdt van haar.
Uiteindelijk belanden ze daar waar ze willen belanden.
Een hotel.
Lichaamstaal zegt alles.
Zij houdt van hem.
Hij houdt van haar.
Uiteindelijk belanden ze daar waar ze willen belanden.
Een hotel.
De kamer heeft geen tweepersoonsbed maar twee eenpersoons met een nachtkastje ertussen.
Dat is geen bezwaar.
Ze hebben maar een bed nodig.
Al snel liggen de kleren verspreid door de kamer.
Het verlangen is groot.
Het voorspel is kort.
Ze willen beiden maar een ding: samen een zijn.
Wanneer hij bij haar naar binnen glijdt is de puzzel compleet.
Dit voelt zo goed.
Als een vloeiend spel bedrijven zij de liefde.
Beide weten, dit is liefde bedrijven zoals ze nog nooit gekend hebben.
Dat is geen bezwaar.
Ze hebben maar een bed nodig.
Al snel liggen de kleren verspreid door de kamer.
Het verlangen is groot.
Het voorspel is kort.
Ze willen beiden maar een ding: samen een zijn.
Wanneer hij bij haar naar binnen glijdt is de puzzel compleet.
Dit voelt zo goed.
Als een vloeiend spel bedrijven zij de liefde.
Beide weten, dit is liefde bedrijven zoals ze nog nooit gekend hebben.
Warm, veilig, liefdevol.
Een verlangen dat blijft.
Keer op keer op keer.
Een verlangen dat blijft.
Keer op keer op keer.
Zijn handen verkennen haar lichaam.
Zijn mond verkent haar lichaam.
Haar handen kneden zijn lichaam.
Haar handen kneden zijn lichaam.
Haar mond ontdekt plekjes waar het vuur al gedoofd was.
Was, want elke centimeter van zijn lichaam is wakker.
Het verlangen, het vuur tussen hen raakt niet gedoofd.
Elke keer ontdekken ze wat nieuws, elke keer die verbinding,
Was, want elke centimeter van zijn lichaam is wakker.
Het verlangen, het vuur tussen hen raakt niet gedoofd.
Elke keer ontdekken ze wat nieuws, elke keer die verbinding,
elke keer dat ultieme genot van samen een zijn.
In elkaars armen vallen ze in slaap.
In elkaars armen vallen ze in slaap.
In elkaars armen ontwaken ze en gaan verder waar ze eerder gebleven waren,
het liefhebben van elkaars lichaam.
Onder de douche gaat het spel verder.
Onder de douche gaat het spel verder.
Zij weten samen van douchen een bijzondere ervaring te maken.
Douchen zal nooit meer hetzelfde zijn.
Douchen zal nooit meer hetzelfde zijn.
Langzaam drogen ze elkaar af.
Langzaam kleden zij zich aan.
Langzaam kleden zij zich aan.
Langzaam lopen ze weer naar het station.
Bij het station glijdt ze nog even in zijn armen.
Haar gezicht in zijn bebaarde hals.
"Ga maar," zegt ze. Jij moet nog een eind rijden.
Haar gezicht in zijn bebaarde hals.
"Ga maar," zegt ze. Jij moet nog een eind rijden.
Ze wil dit pijnlijke afscheid niet rekken.
Ze geeft hem een warme kus.
Ze geeft hem een duwtje richting de uitgang.
Ze geeft hem een duwtje richting de uitgang.
Ze draait zich om en checkt haar OV-kaart in.
Ze loopt door de poortjes naar het perron.
Ze kijkt niet meer om.
Ze wil niet dat hij haar tranen ziet die over haar wangen rollen.
Als de trein Den Haag uitrolt,
droogt zij haar tranen.
Met een glimlach op haar gezicht
denkt zij terug aan
Another day in paradise.
Bij het station voelt hij hoe ze nog even in zijn armen glijdt.
Hij voelt haar lieve gezicht in zijn hals.
Hij hoort hoe ze zegt:
"Ga maar, jij moet nog een eind rijden."
"Ga maar, jij moet nog een eind rijden."
Voordat hij het beseft krijgt hij een kus
en ziet hij haar weg lopen.
Hij kijkt haar na
Hij kijkt haar na
terwijl een traan over zijn wang loopt.
In de auto zingt hij luidkeels,
alle liefdeliedjes die hij kent, mee.
alle liefdeliedjes die hij kent, mee.
Halverwege de rit zet hij zijn auto even aan de kant.
Hij sluit zijn ogen.
Een glimlacht verschijnt op zijn gezicht als hij terugdenkt terug aan
Hij sluit zijn ogen.
Een glimlacht verschijnt op zijn gezicht als hij terugdenkt terug aan
Another day in paradise.